Gemeenten kunnen volgend jaar de helft van hun vrijgekomen huurwoningen toewijzen aan mensen die al in de gemeente wonen. Dat is de strekking van een wijziging in de Huisvestingswet van 2014, die gisteren door minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting, CDA) naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Nu geldt dat gemeenten de helft van de beschikbare woningen toegewezen mogen toewijzen aan mensen met economische of maatschappelijke binding. Daarvan mocht dan weer maximaal 50 procent – dus 25 procent van het totaal – naar eigen inwoners. In het nieuwe voorstel wordt dat dus 50% van het totaal.
Landsmeerse starters bijvoorbeeld, of senioren die op zoek zijn naar een appartement hebben dan een grotere kans. Als de gemeente hiervoor kiest althans.
Er zijn drie soorten ‘binding’ op basis waarvan mensen voorrang kunnen krijgen: naast ‘lokale binding’ (het al wonen in de gemeente) onderscheidt het voorstel economische en maatschappelijke binding. Economische binding houdt in dat iemand werkt in een gemeente. Maatschappelijke binding kan betekenen dat iemand ergens voorheen jaren woonde en nu terug wil keren, of dat iemand mantelzorger is in de betreffende gemeente.
Naast de huurwoningen mogen gemeenten straks ook koopwoningen tot 355.000 euro (de NHG-grens) op deze manier toewijzen. Voor Landsmeer is dit niet of nauwelijks relevant. Het gemiddelde prijsniveau in Landsmeer ligt een stuk hoger, zoals de LOL onlangs in een post op zijn website vaststelde.
De wetswijziging moet nog behandeld worden door de Tweede en de Eerste Kamer. Afhankelijk daarvan gaat de wet op 1 januari of 1 juni 2023 in. Of het voorstel het in de Kamer gaat halen, is nog onzeker. Vandaag werd bekend dat de VVD tegen is.