De Landsmeerse horecaondernemer Mica Stojanovic stond donderdag 22 december na afloop van de raadsvergadering met tranen in zijn ogen. Zijn pensioen, nu nog bestaand uit een stenen gebouw, leek weer een stukje minder waard geworden. De gemeente heeft het recht om zijn pand te kopen, maar treuzelt nu al bijna anderhalf jaar met de besluitvorming daarover. Donderdagavond kwamen daar weer twee maanden bij. En de onroerend goed-prijzen blijven intussen dalen.
Ook in Landsmeer blijken burgers door onhandig overheidsoptreden in de knel te kunnen komen. De onhandigheid startte in dit geval al zo’n 25 jaar geleden. Toen verkocht de gemeente het oude raadhuis aan Stojanovic, die daar zijn restaurant De Pepermolen wilde vestigen. Om speculatie op de korte termijn tegen te gaan, bedong de gemeente het zogenaamde eerste recht van terugkoop. Verzuimd werd toen aan dit recht een einddatum te hangen, wat toen wel de bedoeling was. Dat werd onlangs desgevraagd nog eens bevestigd door Bernd Schneiders, de toenmalige burgemeester.
Mica Stojanovic is 74 jaar en wil zijn pand verkopen. De opbrengst vormt in feite zijn pensioen. De gemeente heeft in het voorjaar besloten van het recht van terugkoop gebruik te maken. Een taxatie kwam uit op een waarde van 610.000 euro, een verbazingwekkend laag bedrag waarvoor je een jaar geleden nog net een eenvoudig rijtjeshuis kon kopen. Een vrije verkoop zou Stojanovic naar zijn zeggen meer dan het dubbele opleveren.
Over de gang van zaken is nu commotie ontstaan. In het centrum daarvan staat Marion Breij (Lokaal Landsmeer), de verantwoordelijke wethouder. Het is de tweede keer in enkele maanden dat zij in moeilijkheden raakt. De gemeenteraad wil weten wat er precies aan de hand is, maar mevrouw Breij zegt niet in staat te zijn alle stukken boven water te krijgen. Ook weet zij niet duidelijk te maken wat het college precies met het pand wil, en wat de financiële en juridische risico’s zijn van de gevolgde handelwijze.
De VVD, D66 en de PvdA dienden daarom donderdag een amendement in om de heer Stojanovic ter wille te zijn en af te zien van het recht van terugkoop. Tijdens de bespreking daarvan uitten alle partijen hun ergernis over het gebrek aan informatie. In haar antwoord wees wethouder Breij voor wat betreft het niet-beschikbaar zijn van de stukken naar haar ambtenaren en sprak zij D66-fractievoorzitter Mandy Elfferich aan op de handelwijze van het vorige college, waarvan mevrouw Elfferich deel uitmaakte. Mevrouw Breij ging daarbij voorbij aan het feit dat niet Elfferich, maar het huidige collegelid Erik Heinrich destijds de verantwoordelijke wethouder was.
Bij Mandy Elfferich schoot dat in het verkeerde keelgat. Zij vroeg om een schorsing en beende geëmotioneerd de zaal uit. Na de schorsing, die meer dan een uur duurde en waarin koortsachtig door de coalitie werd overlegd, werd op voorstel van GroenLinks-raadslid Ine van Brenk besloten de verdere behandeling uit te stellen tot de vergadering van februari.
Wethouder Breij gaf aan twee maanden nodig te hebben om alle informatie boven tafel te krijgen. Dat lijkt lang, gezien het feit dat enkele raadsleden door eigen onderzoek al een nagenoeg volledig dossier hadden gevormd.
Helaas konden we wethouder Breij er niet naar vragen. Zij spreekt al weken niet meer met de pers en wilde dat donderdagavond ook niet doen.
Onderstaand een uitgebreide reportage van de raadsvergadering door Ferdinand van Veen en Henk Wals.